Campo Santo en het begijnhof
Campo Santo, Spaans voor Heilige Grond, heeft haar naam niet gestolen. Dit is een een gewijde plek voor Gentenaars, waar vele illustere stadsgenoten begraven liggen in praalgraven. Ook het mooie begijnhof staat op het programma.
Aan de basis van het Campo Santo ligt Jozef Van Damme, de eerste pastoor van de in 1842 opgerichte Sint-Amandusparochie. Hij verzamelde rond die periode voldoende kapitaal om de befaamde Sint-Amandsbergse heuvel met de kapel te kunnen aankopen. Zijn doel? Er een elitaire begraafplaats van maken waar beroemde Vlamingen, kunstenaars en geleerden, hun plek zouden vinden na de dood.
Dit Gentse equivalent van het Parijse Père Lachaise is doorheen de jaren verschillende keren uitgebreid, maar heeft ondanks haar aanzienlijke omvang toch steeds haar vrij besloten karakter kunnen behouden. Het kerkhof is een van de mooiste en best bewaarde begraafplaatsen van het land en de vele funeraire monumenten maken het een bezoek meer dan waard. Na ons bezoek aan Campo Santo, wandelen we in de richting van het Groot Begijnhof Sint-Elisabeth. Een oase van rust en een goed bewaard geheim! We kuieren door dit typische stadsbegijnhof en laten convent, huizen, kerk en infirmerie vertellen over het leven binnen ‘het besloten hof’.